August Leurs, de man die Art Nouveau introduceerde in Geel.

Augustinus (alias Gustje) Leurs (1855-1916) was een veel besproken Gelenaar aan het begin van de 20ste eeuw. Hij was architect van prachtige bouwwerken, aannemer, hotelhouder en lokaal politicus. Een aantal van zijn realisaties zijn ondertussen geklasseerd tot beschermd monument: oa. het Van Disselhuis (Stationsstraat nr. 13) en het pand wat verder gelegen in de Stationsstraat nr. 57. Beide bouwwerken trekken, door hun uniciteit, de aandacht in het Kempisch erfgoedlandschap. Naast deze twee bijzondere gebouwen heeft August Leurs verscheidene andere burgerhuizen en arbeidershuizen ontworpen die nu nog bepalend zijn in het stadsbeeld. Het merkwaardige aan Leurs' bouwwerken is dat ze allemaal een eigen bijzondere genre hebben, dat zelf een mix is van alle mogelijke stijlen. Ook de materialen variëren enorm, van arduin, breuksteen, witte steen, verschillende kleuren baksteen, houten erkers, giet- en smeedijzer tot het opvallend gebruik van ijzerzandsteen. Hierdoor krijgen de bouwwerken een verrassend eigen karakter en zo kon “Gustje” etaleren wat hij allemaal in de aanbieding had. 

De woning in de Stationsstraat 57, ondertussen door de nieuwe eigenaars omgedoopt tot “maisonnouveaugeel”, gaat terug tot 1898-1899, met een latere uitbreiding in 1905. De eclectische stijl die voor het oorspronkelijke pand werd gebruikt, wordt aangevuld door de latere art-nouveau bovenverdieping met een sierlijke roedeverdeling voor de merkwaardige rondboogvensters. Het rechterdeel draagt in de gevelstenen "ANNO 1899" en de bovenverdieping van het linkerdeel dateert uit het begin van de twintigste eeuw. De verspringende lijstgevels vertonen een contrasterend materiaalgebruik: baksteen van diverse kleuren onder meer gele baksteen voor de bovenverdieping van de eerste travee, roestkleurige ijzerzandsteen en gebosseerde hardsteen. Naast de overigens rechthoekige vensters, vallen de ronde art-nouveauvensters op in de bovenverdieping van de eerste travee en de zijgevel, ze hebben een omlijsting van ijzerzandsteen met aanzet- en sluitstenen van arduin, het geheel wordt verlevendigd door een grillige roedeverdeling. Het rechterdeel heeft in drielicht geplaatste beneden vensters, een balkon en een hoger opgaand dakvenster. De rechthoekige deur heeft een bloemenfries onder het gebogen frontonnetje en het dubbel bovenlicht met een getorste tussenstijl. Het pand heeft een vrij traditioneel neoclassicistisch interieur met uitzondering van de wintertuin achteraan. Deze excentrieke wintertuin bestaat uit grotwerk van cement met ingewerkte spiegels, imitatiehout en een mozaïekvloer met bloemmotieven op de hoeken. Dergelijk procedé van imitatierotswerk treft men doorgaans aan voor tuinarchitectuur en religieuze onderwerpen zoals calvariebergen en Lourdesgrotten.

Bronnen:
Stadsarchivaris M. De Bont.
F. Janssens van de firma The Rock Company.
Dossiernr.: DA002434 pagina 6 Geel : 4 monumenten.
Bouwen door de eeuwen heen, dl. 16n5, Arrondissement Turnhout, Kanton Mol,
Turnhout, 2002.
Geel van gisteren tot morgen, Mol-Geel, s.d., p. 134-135.
W. Van Broeckhoven, Geel in oude prentkaarten, Zaltbommel, 1972.